muziek luisteropdracht:
Luisteropdracht: het nummer dat ik gekozen heb is: 4
seizoenen van vivaldi.
1: luister naar het muziekstuk dat je
wilt gebruiken en focus inhoudelijk op diverse kwaliteitscriteria. Ga op zoek
naar betekenis, vorm en klankaspecten en bepaal welke luisterstijlen
gestimuleerd worden.
Ik heb het
nummer 4 seizoenen van Vivaldi gekozen. De titel van het nummer zegt eigenlijk
al waar het over gaat. Het gaat over de 4 verschillende seizoenen, zomer,
winter, herfst en de lente. Het leuke en speciale aan dit nummer is dat elk
seizoen natuurlijk heel verschillend is. Er word in het nummer regelmatig
stukjes herhaald, maar het leuke daarvan is dat het bijna altijd op een andere
hoogte is. Alle klankaspecten komen hier naar voren. Ik denk dat dit verhalend
luisteren is voor de kinderen. als de kinderen dit luisteren gaan ze er denk ik
zelf een verhaal aan koppelen. Dit zou ik ook doen daarom kies ik hiervoor. Ze
zijn dus creatief aan het luisteren.
2: vraag je af hoe de kinderen
luisteren en wat je de kinderen kunt laten ontdekken met die muziek:
De kinderen
zitten op hun stoel en luisteren naar de muziek. Ze kunnen hun ogen dicht doen
en zich mee laten slepen door de muziek. De kinderen kunnen dan een soort van
eigen verhaaltje creëren in hun hoofd. De muziek is dan eigenlijk de rode draad
die ze door het verhaal heen leid.
3: bepaal welke opdrachten je wilt
koppelen aan het stuk:
ik wil deze
opdracht ook aan de kinderen meegeven. Sluit je ogen en laat je meegaan met de
muziek. Dit laat ik een minuutje lang gebeuren. Als de kinderen dan hebben
geluisterd vraag ik aan verschillende kinderen wat zij hebben gezien/gedaan.
Als de kinderen dat hebben gedaan gaan we nogmaals naar het stuk luisteren maar
nu naar iets uit een ander seizoen. Ik laat de kinderen hetzelfde doen als net.
Dit doe ik zo vier keer, zodat de kinderen alle seizoenen hebben gehad.
Uiteindelijk vertel ik de kinderen dat dit allemaal hetzelfde nummer was alleen
dat de componist 4 verschillende seizoenen had beschreven in zijn muziek. Ik
vraag aan de kinderen waaraan je bijvoorbeeld kon horen dat het winter was (
kille klanken ) of dat het juist lente was ( rustige opkomende klanken )
4: beschrijf wat de kinderen doen
(analyseren, bewegen, lezen, noteren, creëren, musiceren, enz)
De kinderen
zijn aan het analyseren, bewegen en creëren. De kinderen moeten natuurlijk
weten wat je allemaal hoort. Ook moeten de kinderen uiteindelijk weten hoe je
de verschillende seizoenen uit elkaar kunt houden, dit doen zij door te
analyseren. Ze mogen op hun plek ook rustig mee bewegen op de muziek en als
laatste zijn zij natuurlijk in hun hoofd aan het creëren. Ze zijn een verhaal
aan het zoeken/maken bij dit stuk.
5: kies een didactische werkvorm voor
de activiteit:
Ik heb dus
gekozen voor de opdrachtvorm. De kinderen krijgen de opdracht om het stuk te
luisteren met hun ogen dicht. Ze moeten dan bij het stuk een verhaaltje
verzinnen in hun hoofd. Dit doen zij 4 keer omdat er 4 seizoenen zijn.
6: bekijk of je gebruik kunt maken
van coöperatief leren:
Dit kan een
beetje. In eerste instantie wil ik dat de kinderen zelf iets verzinnen bij het
muziek stuk. Later kunnen ze elkaar wel erop wijzen wat nu bijvoorbeeld dit
stuk muziek dit de winter doet behoren. Ze kunnen zo aan elkaar uitleggen wat
typerende klanken zijn voor bijvoorbeeld de winter.
7: zorg voor een verassende opening
van de opdracht:
Ik ga de
kinderen van elk seizoen een klein stukje laten horen. Ik vraag de kinderen wat
er verschillend is qua klanken. Uiteindelijk vertel ik dat het een lied is en
dat we hiermee gaan werken. de kinderen zijn nu erg enthousiast!
8: bepaal hoe je de opdracht wilt
nabespreken:
Als we alle
stukjes hebben geluisterd dan zijn we aan het einde toegekomen aan de
nabespreking. Hierbij gaan de kinderen elkaar vertellen waaraan je kunt horen
dat er verschillende seizoenen aan bod kwamen.
9: laat voor je in de praktijk aan de
slag gaat, een willekeurig iemand dezelfde opdracht doen. bekijk of je de
opdracht moet aanpassen. Bespreek je bevindingen met de ander:
Ik heb de
opdracht samen met mijn ouders gedaan. Zij houden niet van dit soort muziek
maar konden er wel een voorstelling bij maken. Ze konden aan elkaar ook duidelijk
uitleggen hoe je de verschillende seizoenen kon horen.
10: pas naar aanleiding van je
bevindingen de opdracht aan:
Ik heb na
elk stukje mijn opdracht besproken en gelijk al aangepast. Mijn opdracht is dus
nu al goed zoals ik hem wilde hebben.