Drama
Beroepsproduct leerjaar 1
Beroepsproduct leerjaar 1
Op 2 oktober hebben wij het hele stuk uitgevoerd
voor de groep. Hier hebben wij feedback op gekregen en dit hebben wij met
rood aangepast.
De feedback was:
-Meer voor doen, minder praten
-Het filmpje mag iets korter
-In het algemeen minder tekst
-Meer voor doen, minder praten
-Het filmpje mag iets korter
-In het algemeen minder tekst
School: Hoge School Utrecht / Amersfoort Instituut Theo
Thijssen
Opleiding: PABO
Leerjaar: 1
Klas: 1C
Namen
Sammy Hofman Bart Oskam
Sanne-Marije Hielke Elferink
Thijs Luijer Sven Monshouwer
Leerjaar: 1
Klas: 1C
Namen
Sammy Hofman Bart Oskam
Sanne-Marije Hielke Elferink
Thijs Luijer Sven Monshouwer
Het
objectenspel:
Groep: 8
Aantal leerlingen: 28
Aantal leerlingen: 28
1)Wat is
het objectenspel:
Tijdsduur
met de kinderen:
Het hangt erg af met welke groep het objecten spel gespeeld wordt. Bij de onderbouw is er meer instructie nodig als in de bovenbouw. De instructie duurt ongeveer 10 á 15 minuten, dit is inclusief het ‘voordoen’ en vragen beantwoorden. De uitvoering kan variëren. Het ligt eraan welke variatie er wordt gespeeld, of er in groepjes wordt gewerkt of klassikaal. Je kunt het zo lang maken als je zelf wil. Houd minimaal rekening met ongeveer 10 minuten.
Het objectenspel houdt in dat de kinderen een andere betekenis geven aan een voorwerp. Kinderen moeten hun fantasie en improvisatie gebruiken om bijvoorbeeld van een fietsband een hoelahoep te kunnen maken. Dit doen de kinderen door het uit te beelden, er mag uitleg bij gegeven worden of een kleine scene aan te pas bij komen waar de nieuwe betekenis van het voorwerp duidelijk wordt, zonder dat de betekenis gezegd wordt! Dit kan op diverse manieren:
Het hangt erg af met welke groep het objecten spel gespeeld wordt. Bij de onderbouw is er meer instructie nodig als in de bovenbouw. De instructie duurt ongeveer 10 á 15 minuten, dit is inclusief het ‘voordoen’ en vragen beantwoorden. De uitvoering kan variëren. Het ligt eraan welke variatie er wordt gespeeld, of er in groepjes wordt gewerkt of klassikaal. Je kunt het zo lang maken als je zelf wil. Houd minimaal rekening met ongeveer 10 minuten.
Het objectenspel houdt in dat de kinderen een andere betekenis geven aan een voorwerp. Kinderen moeten hun fantasie en improvisatie gebruiken om bijvoorbeeld van een fietsband een hoelahoep te kunnen maken. Dit doen de kinderen door het uit te beelden, er mag uitleg bij gegeven worden of een kleine scene aan te pas bij komen waar de nieuwe betekenis van het voorwerp duidelijk wordt, zonder dat de betekenis gezegd wordt! Dit kan op diverse manieren:
Doel van
het objectenspel:
-Inzicht ontwikkelen in eigen spelkwaliteit en die van anderen
-Ontwikkelen van publiekgerichtheid(zelfverzekerd worden om voor een groep iets te doen)
-Improvisatie en fantasie leren goed te gebruiken/ontwikkelen
-Inzicht ontwikkelen in eigen spelkwaliteit en die van anderen
-Ontwikkelen van publiekgerichtheid(zelfverzekerd worden om voor een groep iets te doen)
-Improvisatie en fantasie leren goed te gebruiken/ontwikkelen
Hoe speel
je het spel in de klas:
Uitleg:
-Begin als leerkracht met het geven van een voorbeeld, zo is direct duidelijk wat het doel van het spel is.
-Begin als leerkracht met het geven van een voorbeeld, zo is direct duidelijk wat het doel van het spel is.
-Begin bij de warming up zonder voorwerpen of met alleen
dezelfde voorwerpen, zo voorkom je onrust. De kinderen moeten hier laten zien
dat zij bijvoorbeeld aan het spelen of koken zijn.
-Leg daarna uit welke variant er wordt gespeeld(zie
varianten)
Het spelen
van het objectenspel:
-Er zijn maximaal vijf voorwerpen.
-Een kind pakt een voorwerp en verandert de betekenis daarvan
in een doen-alsof-situatie.
-Na het uitbeelden hiervan mogen alle andere kinderen hun
vinger opsteken om te vertellen wat voor
een betekenis het voorwerp heeft gekregen.
Nabespreking:
Bespreek altijd na elke ronde na:
Bespreek altijd na elke ronde na:
In de
onderbouw is dit lastig om te doen als het spel niet klassikaal is. In de
midden- en bovenbouw kunnen de kinderen dit met elkaar bespreken, als
hulpmiddel kunnen de vragen op het bord worden gezet.
-Waren de veranderingen van de objecten helder? En waaraan
zag je dat? En in welk spel gebeurde dat?
-Welk object is waarin verandert?
-Wie had een … in zijn handen?
-Welk object is waarin verandert?
-Wie had een … in zijn handen?
Varianten
op het objectenspel:
Klassikaal/groepjes:
-Tijdens de doen-alsof-situatie één kind laten uitbeelden en één kind laten vertellen. Dit kan met een voorbereiding maar ook zonder, dan wordt het een improvisatie spel.
-Tijdens de doen-alsof-situatie één kind laten uitbeelden en één kind laten vertellen. Dit kan met een voorbereiding maar ook zonder, dan wordt het een improvisatie spel.
-Voorwerpen niet zichtbaar:
De voorwerpen zitten in een tas, zo kunnen de kinderen van te voren niet bedenken wat zij moeten doen en heel snel improviseren.
De voorwerpen zitten in een tas, zo kunnen de kinderen van te voren niet bedenken wat zij moeten doen en heel snel improviseren.
Gebruik alleen een enkel voorwerp, bijvoorbeeld pittenzakjes.
Dit kun je in tweetallen doen:
-A beeldt uit en B raadt wat voor een voorwerp het moet voorstellen
-A beeldt iets uit en B speelt met A mee, (bijvoorbeeld een beroep)
-A belt aan bij B en probeert B een nieuw product te verkopen(reclame)
Dit kun je in tweetallen doen:
-A beeldt uit en B raadt wat voor een voorwerp het moet voorstellen
-A beeldt iets uit en B speelt met A mee, (bijvoorbeeld een beroep)
-A belt aan bij B en probeert B een nieuw product te verkopen(reclame)
2)Belangrijke
details van het spel:
-Gebruik geen gevaarlijke voorwerpen
-Help de kinderen als het nodig is, voor sommige is het erg spannend.
-Laat de kinderen een aantal minuten in twee- of drietallen kennis maken met het spel.
-Na het spelen mag pas de betekenis van het voorwerp geraden worden, behalve bij het reclame spel.
-Na elk spel worden er een aantal dingen na gesproken.
-Gebruik voorwerpen die bij de leeftijdscategorie horen.
-Gebruik geen gevaarlijke voorwerpen
-Help de kinderen als het nodig is, voor sommige is het erg spannend.
-Laat de kinderen een aantal minuten in twee- of drietallen kennis maken met het spel.
-Na het spelen mag pas de betekenis van het voorwerp geraden worden, behalve bij het reclame spel.
-Na elk spel worden er een aantal dingen na gesproken.
-Gebruik voorwerpen die bij de leeftijdscategorie horen.
3)Het les
idee n.a.v. De Kinderboekenweek 2014:
Het thema van De Kinderboekenweek 2014 is ‘Feest’. Het objectenspel zal daarom ook te maken hebben met het thema feest.
Het thema van De Kinderboekenweek 2014 is ‘Feest’. Het objectenspel zal daarom ook te maken hebben met het thema feest.
De variatie die gespeeld gaat worden is het reclame spel met
voorwerpen die voor de kinderen nog niet zichtbaar zijn. Het spel wordt
gespeeld met groep 8, hun fantasie is ontwikkeld en het improviseren kan wat
lastig zijn, maar dit is goed om te leren en natuurlijk erg grappig.
Uitleg:
Didactische werkvorm: Klassikaal
Didactische werkvorm: Klassikaal
Het reclame spel:
Alle leerlingen van groep 8 zitten in de kring, in het midden
ligt een zak/tas met daarin voorwerpen. Deze voorwerpen zijn niet zichtbaar
voor de kinderen. De kinderen mogen, als zij aan de beurt zijn ook geen
voorwerp zoeken, maar willekeurig een voorwerp pakken, zonder te kijken.
Per keer mogen er twee kinderen het reclame spel gaan spelen.
Een kind pakt een voorwerp en probeert het aan het andere kind te verkopen.
Voorbeeld:
Als het kind een washand in zijn hand heeft, maakt hij een
totaal andere betekenis van de washand, bijvoorbeeld een nieuwe handige
boodschappentas. Het andere kind probeert mee te spelen doormiddel van vragen
te spellen: ‘Waarom zou ik dit kopen?, Heeft u er ervaringen mee?, Wat vindt u
er zelf van?’
Geef ongeveer 1,5 á 2 minuten de tijd, duurt het langer
probeer er dan langzaam een eind aan te maken.
Dit kun je een aantal keer spelen, als het spel afgelopen is.
Bespreek dan het spel na n.a.v. eerder gestelde vragen.
Aangezien dit spel met het thema feest te maken heeft, spelen
alle scenes zich af in een feestwinkel. De voorwerpen zijn geen feestelijke
voorwerpen, dat moeten de kinderen er zelf van proberen te maken.
Voordat het
spel begint wordt er eerst een uitleg gegeven. Houd er rekening mee dat sommige
leerlingen het spannend vinden en niet direct voor de klas wil staan. De meeste
kinderen zitten al 8 jaar met elkaar in de klas, dat maakt het wel een stuk
minder spannend. Oefen het spel bijvoorbeeld eerst in tweetallen uit:
Laat de
klas tweetallen maken en geef elk tweetal een stuk papier, een blokje, etc.
Laat de leerlingen in tweetallen het reclame spel spelen en vertel dat het
papiertje van alles mag worden/zijn, omdat het een ‘oefen ronde’ is.
Na ongeveer
5 minuten hebben de leerlinge even kunnen ‘proeven’ van het spel, weten zij wat
er te wachten staat en is het minder spannend om voor de klas te staan.
Tijdsduur
(klassikaal):
Uitleg: 5 minuten
Oefenen: 5 minuten
Spelen van het reclame spel: kan variëren(ligt eraan hoeveel kinderen het gaan spelen), minimaal 10 minuten, maximaal 30 minuten.
Nabespreking: 5 á 10 minuten
Uitleg: 5 minuten
Oefenen: 5 minuten
Spelen van het reclame spel: kan variëren(ligt eraan hoeveel kinderen het gaan spelen), minimaal 10 minuten, maximaal 30 minuten.
Nabespreking: 5 á 10 minuten
3)Scene-plan
in combinatie met het les idee:
Welke scenes worden er gespeeld:
Voorwoord:
-Wat is het objecten spel(zie pagina 2)
-De verschillende variaties (zie pagina 3, vertel ook de aanpassingen per groep)
-Welke variatie wij gaan doen rondom het thema feest: reclame spel(vertel ook voor groep 8 en hoe je het spel op deze groep kunt aanpassen: tas met spullen, pakken zonder te kijken)
Voorwoord:
-Wat is het objecten spel(zie pagina 2)
-De verschillende variaties (zie pagina 3, vertel ook de aanpassingen per groep)
-Welke variatie wij gaan doen rondom het thema feest: reclame spel(vertel ook voor groep 8 en hoe je het spel op deze groep kunt aanpassen: tas met spullen, pakken zonder te kijken)
Dit wordt door één persoon uitgelegd.
Tijdens de uitleg zullen een aantal dingen door iemand anders voor worden gedaan.
Tijdens de uitleg zullen een aantal dingen door iemand anders voor worden gedaan.
De
voorbereiding:
-Waar kan het spel worden gespeeld: in de speelzaal of in het lokaal
-Wat heb je nodig: tas met voorwerpen (maximaal 5)
-Hoe geef je uitleg: vertel wat we gaan doen, met een klein voorbeeld
-Laat de kinderen kennis maken met het spel: 5 minuten
-Waar kan het spel worden gespeeld: in de speelzaal of in het lokaal
-Wat heb je nodig: tas met voorwerpen (maximaal 5)
-Hoe geef je uitleg: vertel wat we gaan doen, met een klein voorbeeld
-Laat de kinderen kennis maken met het spel: 5 minuten
Dit wordt door 4 personen verteld.
Als iemand dit aan het vertellen is, wordt het
verhaal door iemand anders uitgebeeld.
Het spelen
van het reclame spel: zie pagina 4
Dit wordt door twee personen gedaan.
De na bespreking:
-Waren de veranderingen van de objecten helder? En waaraan zag je dat? En in welk spel gebeurde dat?
-Welk object is waarin verandert?
-Wie had een … in zijn handen?
Dit wordt door twee personen gedaan.
De na bespreking:
-Waren de veranderingen van de objecten helder? En waaraan zag je dat? En in welk spel gebeurde dat?
-Welk object is waarin verandert?
-Wie had een … in zijn handen?
Dit wordt
door vijf personen gedaan. Een persoon stelt de vragen aan de twee andere
personen die het spel niet hebben gespeeld.
Belangrijke
details:
-Gebruik geen gevaarlijke voorwerpen
-Help de kinderen als het nodig is, voor sommige is het erg spannend.
-Laat de kinderen een aantal minuten in twee- of drietallen kennis maken met het spel.
-Na het spelen mag pas de betekenis van het voorwerp geraden worden, behalve bij het reclame spel.
-Na elk spel worden er een aantal dingen na gesproken.
-Gebruik voorwerpen die bij de leeftijdscategorie horen.
-Gebruik geen gevaarlijke voorwerpen
-Help de kinderen als het nodig is, voor sommige is het erg spannend.
-Laat de kinderen een aantal minuten in twee- of drietallen kennis maken met het spel.
-Na het spelen mag pas de betekenis van het voorwerp geraden worden, behalve bij het reclame spel.
-Na elk spel worden er een aantal dingen na gesproken.
-Gebruik voorwerpen die bij de leeftijdscategorie horen.
Dit wordt
door twee personen verteld.
Het
is belangrijk om alle punten in het filmpje te laten voorkomen. Daarom zullen
een aantal details verteld worden en een aantal details voor worden gedaan. Als
alles voor wordt gedaan, gaat hier te veel tijd in zitten, daarom doen wij het
50/50.
5)De
rolverdeling:
Scene 1: Voorwoord à Sammy punt 1 en 2 Hielke punt 3
Scene 1: Voorwoord à Sammy punt 1 en 2 Hielke punt 3
Scene 2: Voorbereiding à Thijs en
Sanne-Marije
Scene 3: Spelen van het reclame spelà Bart(verkoper) en Sven (koper)
Scene 4: Nabespreking à Hielke
stelt de vragen aan Thijs en Sanne-Marije
Scene 5: Belangrijke details à
Sanne-Marije en Thijs
Product leiden: Sammy
Script bedenken: Sammy
Camera bediening: Sammy & Hielke
Monteren van de beelden: Hielke & Sven
Inspreken van de teksten/voice over: Bart
Bijpassende muziek zoeken: Thijs
Teksten tussen de scenes zetten: Sanne-Marije & Thijs
Tijdsduur:
Scene 1: 1 minuten
Scene 2: 1 minuut
Scene 3: 1 minuten
Scene 4: 1 minuut
Scene 5: 1 minuut
Scene 1: 1 minuten
Scene 2: 1 minuut
Scene 3: 1 minuten
Scene 4: 1 minuut
Scene 5: 1 minuut
Totaal +/- 5 minuten
zie hier het filmpje!
zie hier het filmpje!
Feedbackformulier Instructiefilm BP 1.1.1. Kunstvaardig
Jouw naam is: Patrick Peschier
|
|||||
Ik heb een instructiefilm bekeken met de werkvorm:
|
Objectenspel
|
||||
Deze film is gemaakt door de volgende studenten:
|
Sammy Hofman, Hielke
Elferink, Sanne-Marije Rijn, Thijs Luijer, Sven Monshouwer & Bart Oskam
|
||||
De film is een goed middel om aankomende leerkrachten te ondersteunen
bij het aanbieden van een
drama/dans werkvorm voor een bovenbouwgroep van 25 – 30 leerlingen
|
Onvoldoende
|
Voldoende
X
|
goed
|
||
Motivatie:
|
Duidelijke
uitleg
|
||||
Duidelijk wordt hoe een aankomende leerkracht deze drama/ dans werkvorm
aan kan bieden aan een bovenbouw klas van het basisonderwijs: Een leek zou
door de getoonde stappen te volgen tot een dergelijke uitvoering van de
werkvorm moeten kunnen komen
|
Onvoldoende
|
Voldoende
|
Goed
X
|
||
Motivatie:
|
Duidelijk
door voorbeelden tijdens de uitleg.
|
||||
In de film is de onderstaande informatie verwerkt:
|
Onvoldoende
X
|
Voldoende
X
X
X
X
|
Goed
|
||
Motivatie:
|
|||||
In de film is de onderstaande informatie verwerkt
|
Onvoldoende
|
Voldoende
X
|
Goed
X
X
X
|
||
Motivatie:
|
|||||
Alle deelnemers van een subgroep zijn zichtbaar aanwezig in de film en
spelen een rol.
|
Onvoldoende
|
Voldoende
|
Goed
X
|
||
Motivatie:
|
|||||
In de instructiefilm zijn de volgende ‘scenes’ te herkennen:
Studenten
laten de werkvorm zien, zoals deze na de voorbereiding en oefening, in de
klas uitgevoerd kan worden.
In een
aantal heel korte scenes, laat steeds een detail zien waar je bij de
uitvoering van de werkvorm in een bovenbouwgroep, op moet letten. Zie het boek
‘Kijk op Spel’ voor deze informatie.
|
Onvoldoende
|
Voldoende
|
Goed
X
X
|
||
Motivatie:
|
|||||
De film heeft een prettig tempo en is boeiend, prikkelend voor de
doelgroep.
|
Onvoldoende
|
Voldoende
|
Goed
X
|
||
Motivatie:
|
Alles
werd goed verteld met tegelijkertijd voorbeelden.
|
||||
Op de instructiefilm heeft de student middels een quadblogsessie van
medestudenten commentaar ontvangen en verwerkt. Het commentaar wordt
geschreven op basis van de bovenstaande punten.
|
|||||
Motivatie:
|
|||||
De film duurt tussen de 4 en 5
minuten.
|
Nee, 6
minuten.
|
||||
===
mijn uitgewerkte bron:
bron: Heel erg lief, net als jij
inhoud: muis moet naar bed toe maar ze kan niet
slapen, dus gaan ze nog een rondje lopen. onderweg komen ze allemaal
verschillende dieren tegen met jongen. bij elk dier gebeurt er iets heel
liefs/leuks. muis vind het allemaal erg lief en wil dit ook. alle moeders beschermen
hun kindjes door bijvoorbeeld een vos heel snel te zijn of als een vogel te
vliegen. maar muis vraagt aan haar moeder wat kan jij voor mij doen? je kan
niet snel rennen, vliegen of springen. moeder vertelt een andere paar dingen
die ze wel kan en dan kan kleine muis eindelijk slapen.
The prashe that pay's: het gaat er hier niet om of je nou iets speciaal
kunt. iedereen kan wel iets net als dat moeder muis niet snel of sterk is. ze
kan wel van haar kindje houden en het liefde geven.
droom: de kleine muis droomt ervan om een moeder
te hebben die iets speciaal kan.
fantasie: is er niet echt.
dans: is ook niet aanwezig
astronomisch: is hier geen sprake van
religieus: is hier geen sprake van
hier een foto van de voorkant van het boek:
individuele feedback:
samenwerking:
de samenwerking verliep erg goed vond ik. we waren met zijn 6en en meestal
is dat best wel lastig. hoe meer mensen je mee samenwerkt hoe sneller er
eigenlijk mensen gaan verzaken. gelukkig was dat niet zo! het groepje was leuk
opgedeeld want er zaten er 3 bij die drama erg leuk vinden en 3 die het niet
leuk vinden. dit hielp elkaar erg goed waardoor de 3 die het niet leuk vonden
er toch wel zin in kregen. we zijn naar het huis van Bart en Sven gegaan. daar
hebben we alle taken verdeeld en de stukjes ingelezen. het lukte niet allemaal
in een keer, maar het eind resultaat mag er wezen. ik houd zelf niet van drama,
ik vind dit echt niet leuk. maar met deze opdracht heb ik toch wel veel plezier
gehad. toen we het filmpje af hadden wilde we alles achter elkaar gaan plakken.
dit lukte niet, we kregen wel geluid maar geen beeld. we zijn toen naar Don
Zuidema geweest en die heeft ons geholpen om dit te repareren.
het filmpje:
het filmpje vind ik erg duidelijk en leuk! we hebben de verbeter puntjes
uit de les goed meegenomen denk ik. het is een erg duidelijk filmpje. ook zijn
de stemmen goed te horen.
feedback geven aan een ander groepje:
zie hier hun filmpje:
Feedbackformulier Instructiefilm BP 1.1.1.
Kunstvaardig
Jouw
naam is: Thijs Luijer
|
|||||
Ik heb een instructiefilm bekeken met de
werkvorm:
|
Dans
|
||||
Deze film is gemaakt door de volgende studenten:
|
Iris Meijer, Soumaya Ben Haddou, Nur Ates, Jessica Roodbol en
Yeliz Yilmaz
1C
|
||||
De film is een goed middel om aankomende
leerkrachten te ondersteunen bij het aanbieden van een
drama/dans werkvorm voor een bovenbouwgroep van 25 – 30 leerlingen
|
Onvoldoende
|
Voldoende
|
Goed
X
|
||
Motivatie: ja
want alles word rustig en duidelijk uitgelegd. Ze laten ook zien wat je
precies moet doen.
|
|||||
Duidelijk wordt hoe een aankomende leerkracht
deze drama/ dans werkvorm aan kan bieden aan een bovenbouw klas van het
basisonderwijs: Een leek zou door de getoonde stappen te volgen tot een
dergelijke uitvoering van de werkvorm moeten kunnen komen
|
Onvoldoende
|
Voldoende
|
Goed
X
|
||
Motivatie: het
filmpje is erg duidelijk. Er word kort iets verteld en daarna doen ze het
voor.
|
|||||
In de film is de onderstaande informatie
verwerkt:
· De naam van de werkvorm, met een korte toelichting van de werkvorm
· Mogelijke lesdoelen (zie dramadoelstellingen H2.2 van het
dramaboek ‘Kijk op Spel’)
· Welke bron is gekozen n.a.v. het thema van de Kinderboekenweek van dit
jaar
· Hoe deze bron is verwerkt in de uitvoering van de werkvorm
· Welke voorbereidingen er nodig zijn om deze werkvorm met 25 – 30
leerlingen uit te voeren
|
Onvoldoende
|
Voldoende
|
Goed
X
X
X
X
X
X
|
||
Motivatie: het
wordt allemaal erg goed uitgelegd.
|
|||||
In de film is de onderstaande informatie verwerkt
· Wie welke productierol op zich heeft genomen.
· De datum
· Het doel van de film (Beroepsproduct 1.1.1 Drama)
· De naam van de Hogeschool.
|
Onvoldoende
X
X
|
Voldoende
X
|
Goed
X
|
||
Motivatie: de
naam van de school werd niet vermeld. Ook de datum
niet.
|
|||||
Alle deelnemers van een subgroep zijn zichtbaar
aanwezig in de film en spelen een rol.
|
Onvoldoende
|
Voldoende
|
Goed
X
|
||
Motivatie: ja je
ziet ze allemaal telkens in beeld. Eentje is de leraar en de andere zijn de
kinderen.
|
|||||
In de instructiefilm zijn de volgende ‘scenes’
te herkennen:
· De werkvorm-in-werking-scene
Studenten laten de werkvorm zien, zoals deze na
de voorbereiding en oefening, in de klas uitgevoerd kan worden.
· De detail-scenes
In een aantal heel korte scenes, laat steeds een
detail zien waar je bij de uitvoering van de werkvorm in een bovenbouwgroep,
op moet letten. Zie het boek ‘Kijk op Spel’ voor deze
informatie.
|
Onvoldoende
|
Voldoende
X
X
|
goed
|
||
Motivatie: ze
deden een liedje met verschillende oefeningen. Zo kunnen de kinderen steeds
iets anders oefenen
|
|||||
De film heeft een prettig tempo en is boeiend,
prikkelend voor de doelgroep.
|
Onvoldoende
|
Voldoende
|
Goed
X
|
||
Motivatie: het
filmpje is heel duidelijk. Er word duidelijk in gesproken en ze wisselen goed
af met voorbeeld en vertellen.
|
|||||
Op de instructiefilm heeft de student middels
een quadblogsessie van medestudenten commentaar ontvangen en verwerkt. Het
commentaar wordt geschreven op basis van de bovenstaande punten.
|
|||||
Motivatie:
|
|||||
De film duurt tussen de 4 en
5 minuten.
|
Ja
|
||||
Geen opmerkingen:
Een reactie posten